|
Schiedam, 24 mei 2014, Ex Voto, Geachte Heer, Mevrouw, Kind, Hartelijk
welkom in mijn nieuwe kunstwerk, het heet: EX VOTO, each moment is a
small treshold through which the Messiah could enter. Het nadenken over
deze kamer begon met het nummer Burning down the house van mijn
favoriete band Talking Heads. Ik had zin om vuur te schilderen,
elektrische gitaren met versterkers en denderend geluid. Ook leek het
mij heel leuk om David Byrne in zijn grote pak te schilderen terwijl
hij: I’m! An! Or! Di! Na! Ry! Guy! BURNING DOWN THE HOUSE! schreeuwde.
Ik heb een prachtig boek over Ex voto’s. Een Ex voto is een schilderij dat door Katholieke gelovigen wordt gemaakt wanneer zij een wonder, een redding of genezing hebben doorgemaakt die zij toeschrijven aan de interventie van Christus, Maria, een heilige of een van de Engelen. Op deze naďeve schilderijen zie je meestal het ongeluk, de zieke of het wonder afgebeeld met in de hoek de Heilige Verschijning. Deze kleine schilderijen worden in de kerk opgehangen als dankbetoon. Het boek is ingedeeld in soorten rampen, ongelukken en ziektes: er is een hoofdstuk met allemaal brakende mensen in bed, een hoofdstuk met mensen die van een dak of een ladder vallen, en ook een hoofdstuk met brandende huizen en boerderijen. Ik stelde mij voor om een aantal van deze brand-Ex voto’s na te schilderen als achtergrond van het Talking Heads optreden. Het nadenken over een nieuwe schildering is een proces met wonderlijke kronkelwegen. Omdat je als schilder eigenlijk alles kan doen is het soms lastig om iets te beslissen. Iets wat je bedacht hebt en waar je op dat moment heel enthousiast over bent kan de volgende dag als een strovuurtje zijn opgebrand en uitgewaaid. Soms lijkt het bedenken van een schildering op tuinieren: je plant bepaalde zaadjes en kijkt wat er opkomt. Sommige lijken het in eerste instantie goed te doen maar houden toch geen stand, andere worden gedurende het proces belangrijker. Soms gaan er dingen woekeren en wordt het idee eentonig, een monocultuur. En soms heb je geluk en zie je dat er in de tuin een prachtige bloemenstruik is opgekomen die je er niet zelf hebt geplant. In het proces dat tot deze schildering heeft geleid is er veel veranderd na het eerste idee. Op een ochtend zag ik tot mijn verbazing dat het schilderij please please please please please please van Christopher Wool in één nacht in de tuin was opgekomen: niet bepaald een bloemenstruik! Wool is een kunstenaar die ik altijd links had laten liggen, ik vond het schilderijen voor mensen die niet van schilderijen houden. Ik denk dat de vlammen waar ik steeds maar over dacht hem hebben opgeroepen. Daarna volgden meer opdringerige zwart-witte schilderijen die meer iets óver schilderkunst leken te willen zeggen dan zelf schilderkunst te zijn: de zwarte cirkel van Kazimir Malevich; de “schwarze Ecke” van Sigmar Polke; de I treurend om een punt van René Daniëls. Omdat deze I op een kierende deur lijkt volgden daarna Knock Knock van Roy Lichtenstein en mijn lievelingsgrap van Kamagurka: Experiment. De Talking Heads verlieten de kamer met gitaren en al. Een schilderkunstig procedé waar ik al eens eerder mee had gewerkt, besloot ik opnieuw toe te passen: eerst schilder ik een ondergrond van in elkaar overlopende vlakken en banden donker en licht. Daaroverheen komt één transparante laag waar de hele voorstelling als een soort glas-in-loodvenster, dus in verschillende doorzichtige kleuren náást elkaar geschilderd is. De lichte en donkere vlakken schijnen door deze tweede laag heen zonder zich iets van de voorstelling aan te trekken. De schildering word verlicht als een landschap onder Hollandse wolken. Rudolf Steiner merkte eens op: “Een tijdperk dat iets ziet in de hedendaagse tentoonstelling, waar schilderijen die nauwelijks iets met elkaar te maken hebben naast elkaar op witte wanden hangen, is opgehouden een cultuur te zijn.” Dit inzicht breekt langzamerhand bij steeds meer mensen door, hoewel er vooral onder schilders het hardnekkige misverstand bestaat dat er altijd schilderijen geweest zijn en dat ze altijd zullen blijven bestaan. Schilderkunst hoort op de muur, daar is zij al vele duizenden jaren geleden ontstaan. Een paar honderd jaar geleden is bedacht dat een schilderij een los object zou kunnen zijn dat je overal op kan hangen en waar je een hoop geld mee kan verdienen, niet alleen de maker, maar vooral ook degene die het van de maker heeft gekocht. Maar let op: de autonome kunstenaar met zijn autonome kunstwerk loopt in steeds kleinere kringetjes op zijn laatste benen, en het kamertje waarin hij loopt staat in brand. Ieder ogenblik is een kleine drempel waarover de Messias zou kunnen binnentreden. Ik heb deze muurschildering uitgevoerd met mijn vriend en collega Gerben Koldijk met wie ik bijna al mijn muurschilderingen heb gemaakt. De schildering is gemaakt met zes pigmenten: Titaanwit, Caput Mortum (een soort paarsbruin), Ivoorzwart, Berlijnsblauw, Cadmiumgeel Citroen en Signaalrood. De pigmenten worden vermengd met caseďne, een bindmiddel op basis van kwark dat al duizenden jaren gebruikt wordt maar waar ook Andy Warhol die prachtige eerste soepblikken mee geschilderd heeft. Ik wens u nog een hele prettige dag en een gelukkig leven, Hartelijke groet, Gijs Frieling. |
Schiedam, may 24th 2014, Ex Voto, Dear Sir, Madam, Child, I welcome you in my new artpiece, it is called "Ex Voto, each moment is a small treshhold through which the messiah could enter" Thinking about this room started with: Burning down the house, a song by my favorite band Talking Heads. I was looking forward to paint fire, electric guitars with amplifiers and raging sound. Also it seemed a lot of fun to paint David Byrne is his big suit shouting: I’m! An! Or! Di! Na! Ry! Guy! BURNING DOWN THE HOUSE! | |
home | |||